Waarom ik geen skilessen nam
Als er iets is dat mijn winter verlicht, dan is het wel een weekje witte sneeuw, blauwe lucht en buiten zijn. Skiën leerde ik ooit in de bergen van Zwitserland. Met geleende latten van 1.95m lang (nu ondenkbaar), een spijkerbroek en een zelfgemaakt sportief ‘jack’ dat me nog enigszins drooghield. Geen geld voor lessen, maar wel een aardige Zwitser die mij met eindeloos geduld over mijn eerste angst heen hielp. Ik leerde zonder vallen naar beneden te komen, en dat was het. Maar het ski-virus had mij wél te pakken.
Dus toen ik het een beetje kon, pakte ik ieder jaar de bus naar Oostenrijk om te skiën. Dacht niet eens ná over een klasje. Welnee, veel te duur. En gedoe, want je moet op tijd zijn en je spreekt de taal niet. Het was ook nog eens hélemaal niet stoer.
Je voelt ‘m al aankomen: het duurde heel erg lang voordat ik de techniek eindelijk enigszins onder de knie had. Eindeloos keek ik naar anderen en soms reed ik stiekem achter een ski-klasje aan om iets mee te krijgen van de juiste techniek. Ik had er namelijk wel de pest in dat het me niet lukte om ‘parallel’ te skiën. Maar lessen? Nee, nee, nee.
Wat er natuurlijk echt aan de hand was, was dat ik bang was voor commentaar. Bang dat ik mezelf zoveel verkeerds zou hebben aangeleerd, dat ik erom uitgelachen zou worden. Ook was ik bang dat ik helemaal opnieuw zou moeten beginnen of dat ik een standje zou krijgen.
Toen ik eindelijk achter de eigenlijke reden kwam waarom ik geen lessen durfde te nemen, ben ik me anders gaan gedragen. Ik sprak erover met anderen en raadpleegde een skileraar. Hij bracht me technieken bij en liet me filmpjes zien. Meestal alleen, soms met hem samen, spendeerde ik hele dagen op oefenweitjes. Iedere keer dezelfde bochtjes, over en over en overnieuw. De liftjongens die mij keer op keer de lift in zagen stappen zullen hun gedachten wel gehad hebben, soms werd ik namelijk bemoedigend toegeknikt 😊. Maar het kon me allemaal niet meer schelen: ik wilde ontspannen leren skiën.
Dit zie ik ook gebeuren in de politiek. Lokale politici raken soms in de politiek verzeild, zoals ik ooit voor het eerst op die skipiste stond. Je krijgt de kans en je pakt het op. Het ziet er aantrekkelijk uit; het lijkt bij je te passen. Met je eigen lef en moed, maar nog zonder kennis, begin je aan het avontuur. Je treft vast ergens een aardige ‘Zwitser’: iemand die je met geduld de eerste beginselen van het spel bijbrengt. Het politieke virus krijgt je te pakken. Je vind het leuk en je wilt verder. Hoe pak je het op?
Doe je het net als ik? Ben jij ook zo hardleers? Denk je na één of twee jaar actief te zijn in de politiek dat je het ook wel op eigen kracht kunt leren? Je pakt af en toe een kennis-sessie mee, of een uurtje training. Je leest veel, je kijkt de kunst af van anderen en probeert dat na te bootsen. Je wordt langzamerhand beter. Dus, wat nou, opleiding? Maar je loopt tegen dingen aan, die je keer op keer niet goed lukken. Zoals ik ertegenaan liep dat ik de skies niet parallel kon houden in de bochten. Net als ik heb je daar de pest over in, omdat het je belemmert om het juiste resultaat te halen.
Het oefenen heeft mij veel gebracht. Verrassend was dat ik ook tijdens die eindeloze oefen-afdalingen enorm genoot van de witte sneeuw en blauwe lucht. Door het oefenen kreeg ik zelfvertrouwen. Maar het begon met de erkenning dat ik eigenlijk bang was voor commentaar. Die erkenning maakte dat ik hulp durfde te vragen, daarover leerde praten. Het leerde me ook dat het kwetsbaar opstellen -gek genoeg- maakt dat je minder gekwetst wordt.
De les die ik leerde van het skiën paste ik zelf toe in mijn politieke loopbaan. Als wethouder volgde ik wel de leergang en liet ik mij coachen. Het heeft me veel gebracht: focus en zelfvertrouwen. Ik gun het jou ook.